
Wetende dat dit mijn laatste column in de laatste Coronakrant zou worden, sluimerde al even mijn wens om een beschouwende en wat meer filosofische tekst te schrijven, temeer omdat ik momenteel de wereld als snel veranderend ervaar. De wereld die tot voor kort zo vanzelfsprekend leek, is er niet meer: over de hele wereld worden mensen, soms bijna letterlijk stilgezet en in kleine kring, tot nadenken aangezet.
Zoomborrels vervangen het babbelen in de kroeg. De elleboogstoot deed zijn intrede als troosteloze vervanger van knuffel. Hele vloten leaseauto’s staan op hun oprit en de lijst met files is aanzienlijk korter. Om nog maar te zwijgen over verschijnselen als knuffelautomaten, gelijktijdig bezorgde lunchboxen en thuis op de bank, in carnavalstenue, via YouTube virtueel carnaval vieren. Ook op dé zondagmiddag: carnavalszondag in Maastricht.
Jawel, DUS maar wat extra hout op het vuur in de kachel en een gekoeld Trappistje uit de koelkast gehaald. Samen met mijn lief op de bank: zij met een dik boek, ik voor de TV kijkend naar het WK Schaatsen. De bij ons logerende kleinkinderen bouwen met het overige meubilair een hut en een spoorlijn.
In een van de dweilpauzes was een interview te zien met Sven Kramer over zijn droom: de SK-Academy: “Mijn droom is dat elk kind voor zijn 12e jaar een keer op ijzers op het ijs heeft gestaan.” Hij zette zijn woorden, zwaaiend met zijn grote handen en lange armen, extra kracht bij én vooral door zijn stralende ogen dacht ik: “Dat ga jij fiksen!”.
Een van de kleinkinderen had Svens’ liefde voor sport en kinderen ook gehoord en gezien. Hij vroeg me even later: “Opa, heb jij ook zo’n droom?”. “Ja hoor!”, zei ik, “mijn droom gaat erover dat alle mensen een baas hebben die duidelijk is over wat die wil en zo aardig is voor de mensen, dat ze vanzelf hun best doen!” Twee grote verbaasde kinderogen keken me aan: “Je kunt toch alleen maar de baas over jezelf zijn!”.
Ik had wat uit te leggen.
Sinds de jaren 70 heb ik in mijn werk vaak leed gezien bij medewerkers en hun leidinggevenden. Dit leed ontstaat bijvoorbeeld door ‘relatieproblemen’ tussen directieleden onderling die bovendien onbedoelde gevolgen hebben voor de medewerkers.
Of leed, veroorzaakt door bedrijfsbreed ingesleten ’cultuurdragers’ als ‘vertrouwen is goed, controle is beter’. Nu tal van medewerkers thuis werken (en dus buiten het zicht van ‘de controle’) én niet gewend zijn aan het ontvangen van en omgaan met vertrouwen, levert dat eveneens onnodig lijden op.
En thuiswerken leidt tot extra afstand, terwijl de behoefte nou juist gaat over ‘meer samen!’. Meer en meer begon ik de reikwijdte van mijn eigen oneliner: “Aan het hondje herken je de baas” te begrijpen. En te zien hoe de corona-periode de effecten van deze oneliner nog eens uitvergroot. Of laat zien dat het op tal van plekken juist beter gaat door het thuiswerken en ook nog zonder de baas.
Ergens in de jaren ’90 hebben mijn lief (tevens vakgenoot) en ik de slogan omarmt: ‘Zonder relatie, geen prestatie!’. We hebben die slogan vertaald naar de gebieden ‘Leiderschap, samenwerken, adaptieve organisaties’ en ‘Ouderschap’.
In diezelfde periode hebben we de leiderschapsdefinitie omarmt van Mariëlle Heijltjes, Executive Director UMIO-Maastricht University & Professor of Managerial Behavior:
“In essentie gaat leiderschap niet over de baas zijn, macht hebben of de slimste zijn. Leiderschap gaat over het scheppen van een klimaat waarin men wordt gerespecteerd en optimaal in staat is om zijn taak uit te voeren. Een klimaat waarbinnen de medewerker de leider volgt uit vrije wil en niet omdat het zo hoort of omdat sancties worden gevreesd. De leider creëert een setting op basis van integriteit: hij zegt wat hij denkt en doet wat hij zegt. Gedrag dat in de praktijk allesbehalve eenvoudig blijkt.
Sterker nog, dergelijk gedrag vereist een grote dosis zelfkennis, vermogen tot reflectie op het eigen handelen en moed.”
In ons werk komen we nog dagelijks onnodig lijden (lees irritatie; confrontatie en wantrouwen als grootste kostenpost) tegen.
Ook daarom is het mijn droom dat iedereen in een arbeidsomgeving leiderschap vertoont of ontvangt volgens Mariëlle’s definitie, waardoor het even vanzelfsprekend als natuurlijk is om samen te werken met hoofd, hart én ziel. Met de overtuiging én de ervaring ertoe te doen. Met volle aandacht, souplesse en een glimlach.
Het is mijn droom dat wat deze coronaperiode -opnieuw- in beeld brengt, aanzet tot en stimuleert om er samen iets moois van te maken. Wat dat iets ook moge zijn.
Het is ook mijn droom dat in deze coronaperiode bij veel mensen hun droom wakker wordt. De droom die richting geeft aan hun leven en hun handelen. De droom die, als je door de dag heen een beetje (letterlijk en figuurlijk) wakker bent, je langzaam maar zeker kunt vormgeven. Hoe gaaf is het om bij elk besluit dat je neemt, jouw droom een beetje meer te realiseren?
En als je dat ook nog doet met respect en met gebruikmaking van individuele verschillen in mensen, hun kwaliteiten en belangstelling, is het helemaal top!
Het is mijn droom dat mensen met elkaar samenwerken op basis van gelijkwaardigheid, respect, zorgvuldigheid en steeds weer de bereidheid hebben om zich te verhouden ‘met dat wat is’.
Ik droom ervan om hiervoor nog heel lang mijn bedje uit te komen.